Opname accommodatie

Opname accommodatie

BC 20-049 28 september 2020

Uitspraak Wvggz klachtencommissie

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : BC20-049
Datum ontvangst klacht : 16 september 2020
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 24 september 2020 (digitale conferentie Starleaf)
Datum beschikking : 29 september 2020

 

Uitgenodigd voor hoorzitting en digitaal aanwezig

[klaagster] (klaagster)
[PVP] (PVP)

 

[verweerder] (vervanger van [naam]/verweerder)

 

[voorzitter] (jurist/voorzitter Wvggz klachtencommissie)
[lid 1] (psychiater)
[lid 2] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

Juridische status
Voortgezette crisismaatregel

 

Klachten
Klaagster voelt zich onvoldoende ondersteund door ambulant verpleegkundige.
Klacht gericht tegen opname in de kliniek

 

Procesverloop
De klachtencommissie heeft op 16 september 2020 van klager een klaagschrift ontvangen (gedateerd op 15 september 2020). De ingediende klacht richt zich op de crisismaatregel en de ondersteuning van de verpleegkundige. Uit een toelichting van de PVP, d.d. 17 september jl. blijkt dat de klaagster een klacht wil indienen tegen opname in de kliniek. De klacht over de ondersteuning van verpleegkundige wordt via een andere route opgepakt. Op 22 september worden door de manager van verweerder enkele onderleggers voor het verweer ingediend. Er volgt geen verweerschrift. Op 23 september blijkt dat de heer [naam behandelaar] niet de verweerder moet zijn en wordt [naam behandelaar] aangewezen als psychiater. Ter zitting vervangt zijn collega, psychiater [naam], verweerder.  

De hoorzitting op 24 september 2020 heeft plaatsgevonden middels videoconferentie. Bij die gelegenheid hebben alle partijen hun standpunt kunnen toelichten.

Partijen is aan het einde van de hoorzitting medegedeeld dat zij op uiterlijk 29 september 2020 de schriftelijke beslissing van de klachtencommissie tegemoet kunnen zien.

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:
-           Klaagschrift, d.d. 16 september 2020;
-           Beschikking van de burgemeester betreffende een crisismaatregel, d.d. 4 september 2020;
-           Behandelplan, d.d. 4 september 2020;
-           Decursus, periode 3 september 2020 t/m 10 september 2020;
-           Product 23: Informatie aan betrokkene, advocaat en vertegenwoordiger over het verlenen van verplichte zorg (art. 8:9 lid 3 Wvggz), d.d. 4 september 2020;
-           Product 22: Beslissing verlenen verplichte zorg (art. 8:9 Wvggz), d.d. 4 september 2020;
-           Product 22: Beslissing verlenen verplichte zorg (art. 8:9 Wvggz), d.d. 10 september 2020;
-           Product 23: Informatie aan betrokkene, advocaat en vertegenwoordiger over het verlenen van verplichte zorg (art. 8:9 lid 3 Wvggz), d.d. 11 september 2020;
-           Toelichting klacht van de PVP, d.d. 16 september 2020;

 

Termijn
Het klaagschrift bevat een klacht als omschreven in artikel 10:3 Wvggz en heeft onder meer betrekking op een beslissing waarvan het gevolg nog actueel is. De klachtencommissie is om die reden gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 29 september 2020.

 

Klacht
Klager maakt bezwaar tegen de beslissing van 4 september 2020 van verweerder betreffende opname bij Pro Persona.  Dit is een beslissing op grond van artikel 8:16 Wvggz en klachtwaardig op grond van artikel 10:3 Wvggz.

 

Feiten
De rechtbank Gelderland heeft op 4 september 2020 een crisismaatregel verleend inhoudende het verlenen van verplichte zorg ten aanzien van klager voor de duur van 3 dagen geldend tot en met 7 september 2020. 

 

Standpunten van partijen
Ter zitting licht PVP toe dat de klacht in eerste instantie gericht was tegen de ambulant verpleegkundige [naam]. Klaagster was erg boos op haar en heeft uit frustratie zelf een klachtenformulier ingevuld. Deze verpleegkundige kwam al langere tijd ter ondersteuning bij klaagster thuis. Het contact was goed totdat de crisismaatregel ingezet werd. Klaagster verwijt [naam] dat ze haar vertrouwen misbruikt heeft. Ze ziet de verpleegkundige als degene die het besluit over de crisismaatregel heeft genomen en in gang gezet.  

Verweerder geeft aan dat klaagster op 4 september op het politiebureau is beoordeeld door een onafhankelijk psychiater van de crisisdienst. Toeval wil dat de heer [naam] dit zelf vanuit die rol gedaan heeft. Klaagster zat sinds de avond ervoor in de cel op het politiebureau nadat ze de ramen bij haar buren ingeslagen had met een hamer omdat zij hen ervan verdacht haar hondje ontvoerd te hebben. Verweerder constateerde dat klaagster erg verdrietig en angstig was vanwege de hond en het feit dat er recentelijk een uithuisplaatsing was uitgesproken voor haar zoontje. De ambulante setting was niet veilig genoeg en het gevaar kon ambulant niet afgewend worden. Klaagster was psychotisch en er was sprake van acuut gevaar. Derhalve heeft verweerder in zijn functie van psychiater crisisdienst op verzoek van de burgemeester een medische verklaring opgesteld. Verweerder benadrukt nogmaals dat hij besloten heeft tot gedwongen opname, niet de verpleegkundige. Ook het FACT centraal (ambulante behandeling) had al aangegeven dat ze zich zorgen maakten en een crisismaatregel overwogen.

Op een vraag van de klachtencommissie antwoordt klaagster dat ze nog steeds achter haar verdachtmaking van de buurman staat. Het gaat goed op de afdeling waar klaagster momenteel verblijft. Ze neemt vrijwillig haar medicatie in. Er zijn nog geen doelen vastgesteld waaraan gewerkt gaat worden tijdens de opname.

Verweerder vult aan dat hij gehoord heeft van de verpleging dat het stap voor stap beter gaat met klaagster. Wel is er nog sprake van een psychotisch toestandsbeeld waardoor het verstandig is de opname nog even voort te laten duren. Klaagster is hier niet mee akkoord. Ze wil naar huis en dat is ook mogelijk zodra er een nieuwe woning beschikbaar is. Dit had al geregeld kunnen zijn aldus klaagster en moet dus snel gebeuren nu. Op een vraag van de klachtencommissie over een eventueel risico op terugval antwoordt klaagster dat dit risico niet bestaat. ‘Ik ben niet in de war. Geen risico dus. Ik wil ook niet terug naar mijn oude huis. Ik pak mijn spullen en wegwezen’.

De voorzitter haalt aan dat de klacht in eerste instantie gericht was tegen de crisismaatregel. Dit is echter niet klachtwaardig onder de Wvggz. Een aanvullende mail van de PVP maakte duidelijk dat de klacht gericht was tegen de tegen de opname in de kliniek. Uit diezelfde mail maakte de klachtencommissie op dat de psychiater van het FACT team het besluit tot opname had genomen. Na ontvangst van een deel van het verweer werd pas duidelijk dat de schriftelijke opnamebeslissing (product 22 en 23) was genomen door de heer [naam] als zorgverantwoordelijke. Hij is daarmee de verweerder in deze klacht. Het procesverloop in dergelijke situaties is dat er een onafhankelijk psychiater ingezet wordt voor de beoordeling van het toestandsbeeld van klaagster. Deze heeft een medische verklaring afgegeven op basis waarvan de burgemeester besluit tot het afgeven van een  crisismaatregel met als verplichte zorg, in dit geval o.a. opname in een kliniek. Na opname vindt er dan altijd een check plaats op proportionaliteit, doelmatig, veiligheid e.d.  etc.. Dit is uitgevoerd door de heer [naam]. Hij heeft klaagster gesproken op 4 september en op basis daarvan een aanzeggingsbrief uitgereikt. Dat is de uitvoering van de crisismaatregel. Vanwege afwezigheid van dhr. [naam] wordt hij waargenomen door collega psychiater [naam].

PVP geeft aan dat klaagster van mening is dat het gevaar ook middels ambulante behandeling afgewend had kunnen worden. Verder speelde haar boosheid tegen de verpleegkundige mw. [naam]. Die klacht wordt onder de Wkkgz behandeld. Klaagster heeft tijdelijk een andere ambulante verpleegkundige tot het gesprek met mw. [naam] gesprek heeft plaatsgevonden. PVP heeft nog geprobeerd deze klacht in te laten trekken gezien de omstandigheden maar klaagster wilde dit niet. Met de uitleg van verweerder ter zitting is het klaagster nu voldoende duidelijk dat mw. [naam] niet verantwoordelijk was voor de crisismaatregel en de opname.

PVP refereert tijdens de zitting aan een rapportage van dhr. [naam] over eigen keuzes van klaagster en consequenties hiervan voor het verblijf in de cel. Ze vindt dit een heftige opmerking. De aanwezige verweerder merkt op dat in een dergelijke situatie eerst onderzocht wordt of er strafrechtelijk vervolgd wordt. Zolang blijft iemand op politiebureau. De avond dat klaagster op het politiebureau is gebracht heeft de politie met FACT overlegd om beoordeling pas de volgende ochtend te laten plaatsvinden. Reden hiervoor is verweerder niet bekend. De voorzitter geeft aan dat deze klacht niet door de klachtencommissie behandeld kan worden. Dit is PVP bekend. Zij zal andere stappen zetten om dit verder te onderzoeken. Ze vond het gek om het te lezen en er niets over te zeggen.

Tijdens de slotronde merkt PVP op dat klaagster mondeling geïnformeerd is over de klachtmogelijkheid. Er is toen contact gelegd met de advocaat die toegewezen is aan klaagster. Overwogen wordt om hoger beroep in te stellen tegen het besluit om de CM uit te vaardigen. 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie
De klacht van klaagster dat zij zich onvoldoende ondersteund voelt door de ambulant verpleegkundige is niet gebaseerd op artikel 10:3 Wvggz en daarmee verklaart de commissie deze klacht niet-ontvankelijk.

De klacht gericht tegen opname in de kliniek is gebaseerd op artikel 10:3 Wvggz. De klacht is ontvankelijk en de klachtencommissie bevoegd hiervan kennis te nemen. Klachtgronden uit artikel 10:3 Wvggz: artikel 8:9 (uitvoering van de zorgmachtiging of de crisismaatregel) = besluit tot verplichte zorg zoals opname in accommodatie. 

 

Gronden en overwegingen
Klager heeft van de wettelijke bevoegdheid gebruik gemaakt om op grond van artikel 10:3 Wvggz een klacht in te dienen met betrekking tot de beslissing van verweerder tot verplichte zorg. De klachtencommissie zal zich uitspreken over deze klacht en de beslissing van verweerders aan de wettelijke criteria toetsen. De commissie zal eerst beoordelen of voldaan is aan de formele, procedurele vereisten. Op grond van artikel 8:9 leden 1, 2 en 3 Wvggz neemt de zorgverantwoordelijke een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet nadat hij zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene, met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd en, voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur. De zorgverantwoordelijke dient de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg op schrift te stellen en van een schriftelijke motivering te voorzien. De geneesheer-directeur geeft betrokkene, de vertegenwoordiger en de advocaat een afschrift van de beslissing en stelt hen schriftelijk in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon. Uit de Beslissing verlenen verplichte zorg (art. 8:9 Wvggz) van 4 september 2020 blijkt dat de zorgverantwoordelijke op 4 september betrokkene heeft onderzocht en op 4 september 2020 de voorgenomen beslissing tot het verlenen van verplichte zorg met klaagster heeft besproken. Uit de brief van de geneesheer-directeur “Informatie aan betrokkene, advocaat en vertegenwoordiger over het verlenen van verplichte zorg” Product 22 en 23 van 4 september 2020, blijkt dat de geneesheer-directeur advocaat en klaagster heeft geïnformeerd over het verlenen van verplichte zorg en hen tevens schriftelijk in kennis heeft gesteld van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon. Hieruit blijkt naar het oordeel van de commissie dat voldaan is aan de vereisten van artikel 8:9 leden 1, 2 en 3 Wvggz.

 

Beoordeling van de formele, procedurele vereisten:
De commissie zal nu de materiële vereisten beoordelen. Op grond van artikel 2:1 Wvggz worden bij, onder meer, de uitvoering van een crisismaatregel, van de verplichte zorg de proportionaliteit, subsidiariteit, doelmatigheid en veiligheid beoordeeld.

Op grond van artikel 3:3 Wvggz kan indien het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis, niet zijnde een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap, leidt tot ernstig nadeel als uiterste middel verplichte zorg worden verleend indien

  1. a) er geen mogelijkheden zijn voor zorg op basis van vrijwilligheid;
  2. b) er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn;
  3. c) het verlenen van verplichte zorg, gelet op het beoogde doel van verplichte zorg evenredig is en d) redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.

De beoogde doelen van verplichte zorg staan in artikel 3:4 Wvggz. Op grond daarvan kan verplichte zorg worden verleend om:

  1. a) een crisissituatie af te wenden;
  2. b) ernstig nadeel af te wenden;
  3. c) de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren;
  4. d) de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of
  5. e) het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor. 

De commissie zal nu de klacht met betrekking tot opname in de accommodatie beoordelen.

Ernstig nadeel en causaal verband.
Om verplichte zorg te kunnen verlenen moet er niet alleen sprake zijn van ernstig nadeel maar ook van een causaal verband tussen de psychische stoornis en het aanzienlijk risico op ernstig nadeel voor klaagster zelf. Uit het besluit van 4 september 2020 blijkt dat verweerder klaagster heeft beoordeeld. Klaagster heeft een paranoïde en gedesorganiseerd psychotisch toestandsbeeld. Vanuit dit toestandsbeeld heeft zij met een hamer een ruit bij de buren ingeslagen omdat zij van mening was dat zij haar hond hadden ontvoerd en ook haar broer daar onvrijwillig werd vastgehouden. Zij moest onder fors verweer door de politie worden meegenomen. Klaagster is bij aankomst op de afdeling fysiek en verbaal dreigend. Tijdens de hoorzitting heeft klaagster aangegeven dat zij inderdaad de ruit van de buurman heeft ingeslagen met een moker, omdat ze dacht dat haar hond en broer warden vastgehouden door deze buurman. Het gedrag leidt, als gevolg van een psychische stoornis tot ernstig nadeel. Het causaal verband tussen de psychische stoornis en het aanzienlijk risico op ernstig nadeel is aangetoond.

Mogelijkheden vrijwilligheid
Uit het besluit van 4 september 2020 (productie 22 en 23) blijkt dat klaagster geen blijk geeft van bereidheid tot vrijwillige opname. Klaagster is het niet eens met de opname. Klaagster geeft in haar klacht aan dat een geestelijke stoornis bij haar nooit echt bewezen is. Bij aankomst op de afdeling heeft klaagster zich fysiek en verbaal dreigend geuit. Vrijwillige opname is niet mogelijk gebleken, klaagster verzet zich hiertegen.

Subsidiariteit
Minder ingrijpende alternatieven zoals ambulante zorg heeft de voorgaande weken niet tot vermindering van het ernstig nadeel geleid. Medicatie is in het verleden effectief gebleken. De verplichte zorg wordt als uiterste middel verleend.

Proportionaliteit
Het beoogde doel van de verplichte zorg blijkt uit de Beslissing verlenen verplichte zorg (art. 8:9 Wvggz). Hierin staat opgenomen dat de verplichte zorg wordt verleend om een crisissituatie en ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van klaagster dusdanig te stabiliseren dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval het gedrag als gevolg van de psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.

De commissie constateert dat alle proces- en inhoudelijke stappen correct zijn uitgevoerd. Klaagster werd ambulant behandeld totdat de psychose haar gedrag liet ontsporen.

Klaagster heeft met een moker de ruit van het huis van de buurman ingeslagen terwijl de buren een kindje van 2 jaar in het huis hebben. De politie is ingeschakeld en klaagster is overgebracht naar het politiebureau. De crisismaatregel is aangevraagd en de onafhankelijke psychiater heeft klaagster onderzocht. Na de afgifte van de crisismaatregel is klaagster overgebracht naar de accommodatie alwaar de zorgverantwoordelijke, psychiater [naam], haar heeft onderzocht en met haar heeft besproken dat hij de verplichte zorg uit de zorgmachtiging ging toepassen. Dit is in een schriftelijk besluit vastgelegd en aan klaagster uitgereikt door de Geneesheer Directeur.

Alle stappen zijn zorgvuldig en correct doorlopen.

 

Uitspraak

De klacht van klaagster dat zij zich onvoldoende ondersteund voelt door de ambulant verpleegkundige is niet gebaseerd op artikel 10:3 Wvggz. De klacht is niet-ontvankelijk.

De klacht van klaagster gericht tegen de opname in de accommodatie is ongegrond.

 

Beroep

Tegen deze beslissing staat beroep open bij de rechtbank tot zes weken na bekendmaking.

  

Aldus besloten te [plaats], 29 september 2020

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[naam]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 6